“Kunstenaars zijn geen toegift, maar brandstof voor maatschappelijke verandering”
9 Dec 2021
Nederland staat opnieuw stil met een nieuwe lockdown. Het einde van de tunnel is niet in zicht. Plannen en dromen vallen weg, mensen zijn murw en geprikkeld. Onzekerheid is de nieuwe werkelijkheid. Adieu maakbaarheid van de samenleving. Leven met het virus vraagt om nieuw-denkers voor alle facetten van het bestaan.
Wie zijn nog in staat om ‘anders’ te denken? Kunstenaars. Eeuwen geleden waren dat Goethe of Da Vinci, beiden zowel kunstenaar als wetenschapper, met baanbrekend werk dat tot reflectie en verandering aanzette. In onze tijd kun je denken aan de moedige schrijvers bij Charlie Hebdo, architecte Francien Houben, fotograaf Erwin Olaf, beeldend kunstenaars Jeanne van Heeswijk of Louise Bourgeois. Allemaal beroemde kunstenaars, die bijdroegen aan maatschappelijke verandering van sociale rechtvaardigheid, homo-emancipatie, #MeToo tot community building.
Dat is wat kunstenaars kunnen. Ze hebben de gave om anderen een spiegel voor te houden, te confronteren en te schuren. Ze koesteren (en betalen soms duur voor) hun vrijheid: niet bereid tot pleasen en tot compromissen sluiten met de baas. Kunstenaars zijn geen toegift, maar de stem en de brandstof van maatschappelijke verandering.
En kunstenaars doen nog veel meer. Ze kunnen bruggen bouwen tussen specialisten die alleen met hun eigen vakgebied bezig zijn. In ‘corona-tijd’ weet de viroloog niet wat de gedragswetenschapper doet, de politicus heeft geen zicht op digitalisering, de ICT-er weet maar weinig van duurzaamheid, de bioloog kent de rechtspraak niet. De bestrijding van de pandemie en de opbouw van een nieuwe samenleving is een kakofonie geworden van experts, die ieder – langs elkaar heen – beren op de weg zien. Gelukkig is de kunstenaar vaak een generalist en laat zich niet blokkeren door details. Vraag eens een kunstenaar hoe de nieuwe groene en gedigitaliseerde samenleving eruit moet komen zien, je zult verbaasd staan!
Steun voor kunstenaars, maar niet in Nederland
Deze maand wordt in Brussel een rapport gepresenteerd met een overzicht van steunmaatregelen voor cultuur in de lidstaten. De helft van de 27 lidstaten besteedt, zoals afgesproken, rond 2 procent van het Europese Herstelfonds aan cultuur. Zuidelijke leden zoals Italië kiezen veelal voor restauratie van erfgoed, terwijl noordelijke landen zoals Finland cultuurmakers en culturele innovatieprojecten steunen. Nederland doet…een beetje van het laatste door geld te reserveren voor de digitalisering van data-ecosystemen. De Nederlandse overheid heeft nog geen aanvraag ingediend bij het Herstelfonds, en kondigde recentelijk aan de officiële deadline van 30 april te passeren. Dus Nederlandse cultuurmakers ontvangen voorlopig weer niet de 120 miljoen waarop ze recht hebben uit het Herstelfonds.
Dat betekent dat fundamentele steun voor de ‘humuslaag’, de vele honderden jonge kunstenaars, die door de pandemie noodgedwongen thuis zitten, ontbreekt. Jonge kunstenaars moeten zich kunnen ontwikkelen om de nieuwe Houben of Olaf te worden. Met het geld, dat in Brussel op Nederland ligt te wachten, kun je nú kunstenaars werk geven om onze nieuwe samenleving te ontwerpen.
Maar het begin van de humuslaag is er. De European Cultural Foundation heeft als antwoord op Covid-19 het Culture of Solidarity Fund opgericht. Zaadgoed voor de toekomst. Denk aan de pop Amal, die nu door Europa trekt om ons over het lot van vluchtelingenkinderen na te laten denken. Of aan VoxEurop, een van de platforms voor Europese journalistiek. Of aan Studio Rizoma in Palermo en Berlijn, waar jonge makers politiek en cultuur in fascinerende projecten bij elkaar brengen. Het kan dus wél.
Nu in Nederland nog!